Momenteel worden in Glasgow, in het kader van de COP26, belangrijke gesprekken gevoerd over de toekomst van onze planeet en de strijd tegen klimaatverandering.
Vandaag en morgen is er bijzondere aandacht voor de bescherming van de oceanen en de rol van de maritieme sector. Als minister van Noordzee trekt Vincent Van Quickenborne naar Glasgow met duidelijke doelstellingen namens ons land.
'We willen de internationale gemeenschap engageren om dringend actie te ondernemen om het 'blauwe hart' van onze planeet te beschermen. Enkel een gezonde oceaan zal immers de gevolgen van klimaatopwarming kunnen trotseren.
Daarom organiseert ons land een event als trekker van de Blue Leaders, een groep landen die 30% van de oceaan wil beschermen tegen 2030 en de onderhandeling van een nieuw verdrag over biodiversiteit in internationale wateren spoedig wil afronden.
Een tweede aspect is het terugdringen van de emissies van de internationale scheepvaart. Ook hierin is ons land een voortrekker en wil het de doelstellingen voor de High Ambition Coalition for Shipping internationaal verankeren.
Van 1 tot 12 november 2021 vindt in Glasgow de 26ste Conference of Parties (COP) van de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) plaats.
Tijdens deze klimaattop proberen de deelnemende landen de afspraken uit het akkoord van Parijs van 2015 verder uit te werken. Het is duidelijk dat deze top belangrijke knopen moet doorhakken om de toekomst van onze planeet te vrijwaren. Als minister van Noordzee wil Vincent Van Quickenborne inzetten op concrete en ambitieuze doelstellingen.
Oceanen beschermen
De oceanen bedekken bijna twee derde van onze planeet en herbergt het grootste deel van de biodiversiteit op aarde. Ze regelen het klimaat op aarde, produceren de zuurstof die we inademen en voorzien miljarden mensen van voedsel.
Ze spelen dan ook een unieke rol in de strijd tegen klimaatverandering. Om de dubbele crisis van biodiversiteitsverlies en klimaatverandering te keren, zijn dringende maatregelen nodig die de veerkracht van de oceanen vergroten.
Deze middag bracht vice-eersteminister Van Quickenborne alle Blue Leaders in het Benelux-paviljoen samen als gastheer van een high-level side event.
De Blue Leaders is een alliantie van landen die zich engageren om de effectieve bescherming van het mariene milieu en onze oceanen hoog op de diplomatieke agenda te zetten met concrete doelstellingen. Het event wordt ingeleid door onder meer de gerenommeerde Amerikaanse oceanografe Sylvia Earle.
De Blue Leaders hebben als doelstelling om 30% van de oceanen te beschermen tegen 2030 ('30x30') door het inrichten van een netwerk van volledig en sterk beschermde mariene gebieden.
Dit zijn natuurreservaten in de oceaan waar de mariene biodiversiteit gevrijwaard wordt van schadelijke impact. Daarnaast werken de Blue Leaders een sterk nieuw verdrag van de Verenigde Naties uit voor de bescherming van de biodiversiteit en het duurzaam gebruik van de volle zee.
Deze aanpak onderscheidt zich door een focus op de kwaliteit van de beschermde gebieden. Het gaat immers niet om gebieden die enkel op papier beschermd zijn (de zogenaamde 'paper parks') maar om echte sterk beschermde natuurreservaten in de oceaan binnen én buiten nationale jurisdictie.
Vandaag komen deze ambassadeurs van de oceaan samen om hun collega's over de hele wereld aan te sporen om zich bij hen aan te sluiten en actie te ondernemen.
13 landen met onder meer Spanje, Colombia, Nigeria, Portugal, Chili, Kroatië, Finland, Costa Rica en Panama ondertekenden hiertoe een verklaring die door minister Van Quickenborne wordt overhandigd aan het voorzitterschap van de COP26.
Een belangrijke stap, want in 2022 zijn er twee belangrijke multilaterale onderhandelingsprocessen die effectief zullen bijdragen tot de bescherming van de oceanen.
Nuluitstoot scheepvaart tegen 2050
België is niet enkel een Blue Leader, maar ook één van de voortrekkers van de High Ambition Coalition for Shipping. Dat is een internationale coalitie van landen die hogere emissiestandaarden voor de scheepvaart wil bekomen.
De scheepvaart is verantwoordelijk voor 80 % van alle wereldhandel en draagt dus aanzienlijk bij tot de uitstoot van broeikasgassen. Jaarlijks komt er ongeveer 940 miljoen ton CO₂ in de atmosfeer. Dat is ongeveer 2,5% van de totale wereldwijde uitstoot.
De regelgeving moet dan ook bij uitstek vastgelegd worden op internationaal niveau. De Internationale Maritieme Organisatie (IMO) heeft hier een belangrijke en misschien wel dé belangrijkste rol van haar bestaan te spelen.
De huidige Initial Strategy van de IMO beoogt 50% reductie van broeikasgassen tegen 2050. Voor België is dit niet ambitieus genoeg. Ons land bepleit bij de IMO steevast een forser CO₂-reductieplan voor de scheepvaart met 55% reductie tegen 2030 en nuluitstoot in 2050.
Denemarken nam in de aanloop naar de COP26 hierop het voortouw met de 'Zero Emission Shipping by 2050'-declaratie om de ambitie voor de internationale scheepvaart op te trekken tot zero emissions tegen 2050. Ons land onderschreef op 1 november net als 13 andere landen deze doelstelling.
Naast Frankrijk en Duitsland ondertekenden ook het Verenigd Koninkrijk en de VS deze verklaring. En cruciaal, ook belangrijke vlaggenstaten als de Marshall Islands en Panama stappen hierin mee.
Als we deze doelstelling internationaal kunnen verankeren, zetten we een grote stap naar een duurzamere toekomst. Door ervoor te zorgen dat tegen 2050 zeeschepen op koolstofvrije brandstoffen varen en dit zonder het commerciële aspect uit het oog te verliezen.
Overheden moeten dit niet alleen doen. In België zien we samenwerkingen ontstaan doorheen de hele logistieke sector en supply chain. De Belgische private sector is een voorloper wat betreft de transitie naar emissievrije schepen.
In de vooravond is vice-eersteminister Van Quickenborne gastspreker op het event 'Shaping the Future of Shipping' van de International Chamber of Shipping.
Hij benadrukt er dat onze Belgische reders fors investeren in onderzoek en ontwikkeling naar nieuwe technologieën zoals waterstof en ammoniak. Met de door hen opgerichte Maritime Industry Decarbonisation Council wordt op internationaal niveau gewerkt aan concrete oplossingen.
Vincent Van Quickenborne, vice-eersteminister en minister van Noordzee: "De hele wereld kijkt terecht naar deze Conferentie om concrete maatregelen te nemen die het verschil maken in de strijd tegen de klimaatverandering. Ook op het vlak van oceaanbescherming en de emissies van de scheepvaart.
Dit zijn zaken die bij uitstek internationaal moeten afgesproken worden. Ons land wil een voortrekker zijn in het realiseren van concrete en ambitieuze doelstellingen. De huidige internationale regelgeving op deze vlakken is ontoereikend.
Onze oceanen zijn onvoldoende beschermd en de scheepvaart moet meer doen om haar uitstoot te verminderen. Ons land werpt hier in Glasgow alles in de strijd om deze zaken in de eindconclusies van de COP26 te verankeren."